Debat over de toekomst van bier tijdens Gastvrij Rotterdam

toekomst van bier Nederland

Tijdens Gastvrij Rotterdam gingen onder leiding van Harm van Deuren (Stadshaven Brouwerij) Fred Teeven (voorzitter Nederlandse Brouwers), Michel Ordeman (Jopen) en Patrick Smits (Multibier) in gesprek over de toekomst van bier. Vier stellingen vormden de leidraad van een debat dat inzicht gaf in de kansen en uitdagingen voor Nederlandse brouwers.

De discussie, georganiseerd en ingeleid door Charles van Goch, begon met de stelling dat de toekomst vooral ligt in alcoholvrij en alcoholarm bier.

Volgens Patrick Smits is de trend duidelijk: “Vooral jongeren kiezen vaker voor alcoholvrij bier. Ook bieren met een lager alcoholpercentage groeien. Maar consumenten willen de passie van de brouwer proeven, en craftbier hoort daar ook bij.”

Van Deuren benadrukte dat vooral grote brouwers de technische middelen hebben om 0.0-bieren te produceren, vanwege de kostbare de-alcoholisatieprocessen. Fred Teeven bevestigde dat: “Echt 0.0% vraagt enorme investeringen. Grote brouwers kunnen dat, kleine niet. De overheid is daarnaast een bepalende factor: de accijnzen zijn al verhoogd en bij nieuwe stijgingen krijgen vooral kleine brouwers het moeilijk.” Samenwerking tussen kleine brouwers, bijvoorbeeld door een de-alcoholizer te delen, ziet hij als kans.

Tijdens Gastvrij Rotterdam gingen Fred Teeven, Michel Ordeman, Patrick Smits en Harm van Deuren in debat over de toekomst van bier.
Organisator Charles van Goch, Patrick Smits, Harm van Deuren, Fred Teeven en Michel Ordeman

Passie als kracht én zwakte

De tweede stelling luidde dat passie zowel de kracht als de zwakte van craftbrouwers vormt.

Smits: “Kleine brouwers brouwen vanuit hun hart. Maar rationeel inspelen op de markt is minstens zo belangrijk.”

Ordeman herkende dat: “Kleine brouwers zijn vaak productgeoriënteerd, misschien té veel bezig met wat ze zelf graag willen brouwen. Grote brouwers introduceren gestructureerder en nemen daar langer de tijd voor. Kleine brouwers kunnen in twee weken iets nieuws neerzetten, maar buiten hun domein – zoals bij hard seltzers – zien ze soms te laat kansen.”

Teeven wees opnieuw op samenwerking als sleutel: “Passie moet je combineren met realisme. Sommige craftbrouwers spelen goed op trends in. Door samenwerking kunnen ze veel winnen.”

Krimp en samenwerking

De derde stelling ging over de verwachting dat het aantal brouwerijen de komende vijf jaar zal krimpen.

Smits was daar helder over: “Het aanbod is te groot voor de plek die er in de markt is. Ik ben er 100% van overtuigd dat het aantal brouwerijen gaat krimpen. Samenwerking wordt de sleutel: samen inkopen of een brouwhuis delen.”

Ordeman sloot zich daarbij aan: “Samenwerking is altijd goed. Grote brouwers hebben één stem naar buiten, dat zouden kleintjes ook meer moeten hebben. Angst om ketels te delen is onterecht; openheid hoort bij het ambacht. En dat er merken verdwijnen, hoort bij het volwassen worden van de sector.”

Teeven wees op de financiële uitdagingen sinds Covid en de oorlog in Oekraïne: “Ik denk dat craftbrouwers kunnen overleven, maar de impact is groot. Juist nu is samenwerking essentieel.”

Core range belangrijk

De laatste stelling stelde dat succes niet meer wordt bepaald door het aantal nieuwe bieren, maar door focus en consistentie.

Ordeman: “In het begin van de craftbiergolf maakte het niet uit wat je brouwde, alles werd verkocht. Nu is er meer realisme. Wij hebben tien seizoensbieren, twaalf specials en wat barrel-aged varianten. Zelfs dan vraagt de hoofdbrouwer: kan het niet nog minder?”

Smits wees op de balans tussen herkenbaarheid en vernieuwing: “Een brouwerij heeft een core range nodig. Alleen experimenteren werkt niet meer. Horeca wil verrassende bieren, maar niet elke week een nieuwe special. Focus, seizoensbieren en collabs zijn de sleutel.”

Teeven zag vooral kansen in distributie: “Daar ligt nog winst. Samenwerking kan ervoor zorgen dat craftbrouwers makkelijker in de schappen komen.”

Vooruitblik

In de slotronde gaf ieder panellid zijn verwachting voor de komende jaren.

Smits: “Passie, kwaliteit en speciaalbier – dat is de toekomst.”

Ordeman wees op de golfbewegingen die hij in dertig jaar Jopen heeft gezien: “Negativiteit helpt niet. Na Covid en de oorlog volgt weer normalisatie. Ik verwacht meer craft lagers, waarmee kleine brouwers het domein van de grote betreden.”

Teeven sloot af met een oproep om bier te blijven zien als cultuurproduct: “Voor de toekomst is het belangrijk dat ook jongeren het product waarderen. Bier wordt met ziel en zaligheid gemaakt. En mijn boodschap is: niet gieten, maar genieten.”

Bezoek onze sociale media

Bezoek onze meest recente blogs