In München vond op 14 september de finale van het WK Biersommelier plaats met een opvallend Nederlands podium: Léon Rodenburg (Bierbrouwerij De Magistraat, Almkerk) werd wereldkampioen, Dennis Kort (Drinkers Pub/Club) eindigde als nummer twee. Hun presentaties verschilden in opbouw en invalshoek, maar ze hadden één gemeenschappelijk vertrekpunt: helder uitleggen wat een bier ís, waarom het zo smaakt, en hoe je het aan tafel presenteert.
Openingsfoto: Sanne Kouwenhoven
Dennis Kort: Rochefort 6
Twee Nederlanders bij de zes finalisten: dat was een weelde.
Kort opende met een knipoog in het Duits en een duidelijke stellingname: “Mijn hart brandt al tien jaar voor het Reinheitsgebot. Alles wat ik zelf brouw met mijn brouwerij, alles wat we bij de Drinkers Pub proberen te doen, is minder pastry stouts maken en juist mooie bieren met weinig ingrediënten.”
Hij positioneerde zichzelf als iemand die drinkers stap voor stap meeneemt: “een klein slokje” om nieuwsgierigheid te wekken, en dan pas verbreden. Kort is ook brouwer en is dol op de Duitse biercultuur en het Reinheitsgebot. Hij brouwt zelf veel lagers.

Zijn wedstrijdbier was Rochefort 6, de wat minder bekende broer van de 8 en de 10. Kort zette het bier neer als mahonie-amber, 7,5% alcohol, hergist op fles met hoge CO₂. In geur niet de uitgesproken banaan-kruidnagel waar sommigen dit type bieren mee associëren, maar gelaagd en herkenbaar “Rochefort” door de gist en caramelmout. In de mond droogtrekkend én zoet: een combinatie van droge vergisting met restsuikers, waarbij koolzuur, caramelmout (een type karamelmout) en suikers samen een doordrinkbaar profiel geven.

Foodpairing
Op het gebied van foodpairing dacht hij in twee richtingen:
- klassiek (gebraden rund met gegrilde groenten; in de regio passend met een bittere toets van witlof), en
- concreet in de zaal: hij liet de jury proeven met een Nederlandse kletskop (koek met pinda’s).
Kort: “Qua foodpairing zou ik kiezen voor gebraden rundvlees met gegrilde groenten, of klassiek Belgisch: witlof. Maar ik heb ook iets meegebracht: een Nederlandse kletskop, een dunne karamelkoek, in dit geval met pinda’s. Neem een slok bier, een hap koek, nog een slok bier: de karamel in beide versterkt elkaar, de pinda verdwijnt wat naar de achtergrond en er komt meer gelaagdheid naar voren. Als ik jullie niet kan overtuigen van de schoonheid van doordrinkbare bieren, dan hopelijk wel van de kwaliteit van Nederlandse koekjes.”
Het was een simpele, goed gekozen en eenvoudig te delen pairing.
Tussen de regels door gaf Kort context bij Trappist: binnen de kloostermuren, toezicht door de orde, winst voor liefdadigheid. Het verhaal over monniken die “werken en bidden” was functioneel: het verklaarde de bescheiden, ingetogen signatuur van veel trappistenbieren en gaf inhoud aan zijn keuze voor de 6.

Léon Rodenburg: La Trappe Tripel
Rodenburg kreeg ook een trappistenbier toegewezen en legde zijn kaarten meteen op tafel: hij zocht als brouwer naar het “perfecte bier.”
“Ik neem jullie mee naar een klooster in Noord-Brabant. Je loopt door de velden, ziet koeien, en ineens staat er een kerkachtig gebouw. Binnen lopen mensen in pijen. Het is stil, bijna volledig stil. Dit is de abdij van La Trappe. Hun motto is ora et labora – bidden en werken – en hun slogan: enjoy the silence.”
La Trappe Tripel is een Trappistenbier van 8%. Het is relatief jong als stijl: pas met modernere mouttechnologie konden zulke lichte bieren worden gebrouwen. Westmalle introduceerde de term “tripel” in de jaren ’30: La Trappe maakte er later hun eigen versie van.
In de geur ruik je meteen ‘België’: fruitige esters en kruidige fenolen van de bovengist. Denk aan banaan, kruidnagel, soms wat solventachtig. In de smaak valt de hoge carbonatie op – essentieel voor een tripel. Dat maakt het bier verfrissend en gevaarlijk drinkbaar, want je merkt het alcoholpercentage minder.
Mondgevoel
Voor pairings schoof hij aromataal bewust aan de kant om met mondgevoel te werken, verwijzend naar de Nederlandse “smaakprofessor” Peter Klosse: eerst vet, zoet, zuur, zout, textuur en droogte; dán pas geurassociaties.
“Klassiek werkt kaas, maar ik stel iets anders voor: Chinese gua bao, gestoomde broodjes met een vette vleespastei. Het vet legt een film op je tong, de koolzuur van het bier snijdt er doorheen en maakt je klaar voor de volgende hap.” Zo koppelde hij biertechniek aan gastvrijheid en verhalen aan tafel.
Rodenburg ziet La Trappe Tripel als referentie: balans in esters en fenolen, voldoende droogte, hoge carbonatie, gevaarlijk doordrinkbaar voor 8%. Hij hintte op gistkeuze als sleutel (zonder die gist geen identiek bier). Als brouwer was hij als geen ander in staat de presentatie technisch gewicht te geven zonder te verzanden in details.

Nipte verschillen
De organisatie maakte de beoordelingssystematiek expliciet: storytelling, historische context, techniek en foodpairing telden allemaal mee op het beoordelingsformulier. Zes juryleden gaven punten; de scores werden direct ingevoerd. In een veld van 93 deelnemers was het verschil aan de top “nipt”, maar de volgorde was duidelijk: Oliver Klamminger (Oostenrijk) werd derde met 527 punten, Dennis Kort pakte zilver, en Léon Rodenburg werd wereldkampioen 2025.

Eer voor Nederland
Twee Nederlandse finalisten die de eerste twee plaatsen bezetten: dat laat zien hoe ver we in Nederland zijn gekomen. Dat is aan veel factoren te danken, maar zeker aan de bieropleidingen van StiBON, de brouwersopleiding en het Nederlands Gilde der Biersommeliers. Deze vereniging organiseert uitstekende voorbereidingssessies. Maar vlak ook het enthousiasme en vakmanschap van Rodenburg en Kort niet uit. De een is brouwer, de ander horecaondernemer en brouwer.
Kort maakte drinkbaarheid tastbaar en liet de zaal meedoen. Rodenburg verbond brouwerskennis aan ervaring aan tafel. Het resultaat: Léon Rodenburg wereldkampioen, Dennis Kort tweede. En voor wie deze finale terugkijkt op YouTube: dit WK liet zien dat biersommelier-werk pas echt goed overkomt als techniek, taal en gastronomie elkaar ontmoeten. Wat mooi dat er een StiBON-specialisatie is, dat er de Euro-Toques Beer & Food Battles zijn, een Haarlems Bierdiner en een Bierdiner aan Zee.










