Scheikundige Martin Ostendorf maakte van zijn hobby zijn beroep. Met zijn Muifelbrouwerij groeide hij uit tot een gevestigde naam in Oost-Brabant en daarbuiten. Zijn bieren worden gewaardeerd om hun constante kwaliteit en herkenbare stijl. Toch is hij niet zorgenvrij. “Op dit moment wordt het ons lastig gemaakt om een plek op de tap in de horeca te krijgen,” zegt hij. Zijn verhaal gaat over vakmanschap, gecontroleerde groei en de vraag hoe onafhankelijke brouwers zich staande houden in een markt die steeds meer onder druk staat.
Gepubliceerd op 13 september 2024 op entreemagazine.nl
Ostendorf promoveerde op organisch chemische katalyse. De kennis die hij daarbij opdeed helpt hem niet direct bij het brouwen, maar zijn technische achtergrond zie je terug in de manier waarop hij zijn brouwerij heeft ingericht. Het brouwhuis heeft de uitstraling van een cleanroom. Reinheid en controle zijn voor hem vanzelfsprekend.
Zijn liefde voor speciaalbier ontstond tijdens zijn studententijd in Amsterdam. “We dronken Duvel, Palm, De Koninck, de bieren van ’t IJ en andere speciaalbieren. Wat ik me herinner was dat het soms een negen was en soms een vier als het gaat om kwaliteit.” In 1999 verhuisde hij naar Megen en koos hij bierbrouwen als hobby. Zijn eerste thuisbrouwsel volgde in 2002.
Zijn grote inspiratiebron was het door Jacques Bertens geïnitieerde hobbybrouwforum. Daar experimenteerde hij met Amerikaanse hoppen die hij zelf importeerde. Zijn Muifel USA IPA wordt gezien als een van de eerste echte Amerikaanse IPA’s die in Nederland werden gebrouwen.

Brouwen wat je lekker vindt
In die periode ontstond Zuster Agatha, een quadrupel die later het paradepaard van de brouwerij zou worden. Het bier werd begin 2024 opnieuw uitgeroepen tot Brabants Allerlekkerste. “Een visie had ik helemaal niet in die tijd. Ik brouwde gewoon wat ik lekker vond. Mijn voorkeur ging uit naar hoog alcoholische bieren en naar bittere bieren.”
Toen steeds meer mensen zijn bieren wilden kopen, ontstond het idee om commercieel te gaan brouwen. In 2006 startte de Muifelbrouwerij als huurbrouwer. De vraag groeide zo sterk dat Ostendorf uiteindelijk zijn baan opzegde. In 2018 maakte een succesvolle crowdfunding het mogelijk om een eigen installatie aan te schaffen. Vanaf dat moment kon de brouwerij volledig zelfstandig produceren.
Gecontroleerde groei
Vandaag de dag richt Muifelbrouwerij zich op Oost-Brabant. Het gebied tussen Nijmegen, Den Bosch en Eindhoven vormt het natuurlijke afzetgebied. Classicistische Belgische stijlen sluiten daar goed aan bij de smaak. Ostendorf heeft geen behoefte aan snelle expansie. “We groeien rustig aan, zonder grote ambities. Mijn doel is om maximaal 3.000 hectoliter per jaar te brouwen. We zitten nu op ongeveer 1.000 hectoliter en werken met vier mensen. Groter wil ik niet worden.”

Kwaliteit als fundament
Kwaliteit staat centraal. Ostendorf ziet dat de toename van het aantal brouwerijen soms leidt tot teleurstellende bieren. “Slecht gebrouwen bier schaadt de reputatie van alle brouwers.” Om dat te voorkomen investeerde hij in 2023 ruim 25.000 euro in meetapparatuur. “Wij testen bijvoorbeeld al onze vaten voor vatrijping op infecties. Reinheid is cruciaal, en mijn chemische achtergrond helpt om dat te realiseren.”
Zijn vatgerijpte bieren verschijnen vier keer per jaar. Ze hebben vaste liefhebbers en verkopen snel uit. Niet alleen smaak telt, maar vooral consistentie en inzicht in het proces.
Minder ruimte in de horeca
De afhankelijkheid van de horeca blijft een kwetsbaar punt voor kleinere brouwers. “Grote brouwers beheersen de taps,” zegt Ostendorf. “Vroeger werd er ruimte gelaten voor lokale of regionale bieren, maar nu hoor ik steeds vaker dat die kranen worden gereserveerd voor de speciaalbieren van grote brouwers.” Waar zijn bieren in Oss ooit op tien kranen stonden, is dat nu nog maar één.
Kleine brouwerijen kunnen niet opboksen tegen de kortingen, contracten en marketingbudgetten van grotere spelers. Toch blijft Ostendorf optimistisch. “We moeten slimmer zijn dan alleen maar klagen. De horeca zou meer open moeten staan voor onafhankelijke brouwerijen met karakter en een goed verhaal. Dat verhaal moeten we uitdragen.”

Duurzaamheid structureel aanpakken
Duurzaamheid is vanaf het begin een speerpunt. De brouwerij werkt met statiegeldflessen en –fusten, het brouwhuis is volledig elektrisch en de afvalstromen zijn strikt gescheiden. “We hebben tien verschillende afvalstromen en produceren slechts een container restafval per maand.” Ook lokaal werken hoort daarbij. Een voorbeeld is de samenwerking met restaurant Fien in Wijchen, waar bier en eten op een serieuze manier samenkomen.
Erkenning: Bierpersoon 2024
Zijn inzet blijft niet onopgemerkt. Tijdens het CRAFT-congres kreeg Ostendorf de oorkonde voor Bierpersoon 2024, een titel van The Dutch Beer Ambassador Bert Kuperus.
Kuperus noemt Ostendorf een geliefde brouwer met invloed. “Martin Ostendorf stond eind 2023 al in de schijnwerpers met twee nominaties op de Nederlands Favoriete Bierlijst.” Ook de waardering voor Muifel speelt mee. “Als ik iets van Muifel verloot, krijg ik altijd positieve reacties: waar is het te koop, waar wordt het gebrouwen? Er is nooit iets mis mee, altijd toffe kwaliteit.”
Hij roemt daarnaast Ostendorfs strategische keuzes, zoals de aanschaf van een eigen bliklijn en zijn focus op verduurzaming en hygiëne. “Hij is een slimme ondernemer met een sterke visie op de toekomst. Zijn kennis en karakter maken hem een inspiratie voor velen.”
Balans en vakmanschap
Voor Ostendorf draait het uiteindelijk om balans: plezier, stabiliteit en bieren brouwen die je zelf lekker vindt. “We zijn geen snelle groeiers, maar dat betekent ook dat we niet diep kunnen vallen. Kwaliteit, stabiliteit en brouwen wat je zelf lekker vindt – dat is waar het bij ons om draait.”
Muifelbrouwerij laat zien dat gecontroleerde groei, nauwkeurige kwaliteitsbewaking en een duidelijke visie kunnen leiden tot een sterke positie in een uitdagende bierwereld.











